Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ6026

Datum uitspraak2009-08-18
Datum gepubliceerd2009-08-26
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200903384/2/R3
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 21 april 2009, kenmerk 08rb000494, heeft de raad van de gemeente Overbetuwe (hierna: de raad) het bestemmingsplan "Rijksweg Zuid 39, Elst" vastgesteld.


Uitspraak

200903384/2/R3. Datum uitspraak: 18 augustus 2009 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen: [verzoekers], wonend te [woonplaats], gemeente Overbetuwe, en de raad van de gemeente Overbetuwe, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 21 april 2009, kenmerk 08rb000494, heeft de raad van de gemeente Overbetuwe (hierna: de raad) het bestemmingsplan "Rijksweg Zuid 39, Elst" vastgesteld. Tegen dit besluit hebben [verzoekers] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 mei 2009, beroep ingesteld. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 12 mei 2009, hebben [verzoekers] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 28 juli 2009, waar [verzoekers], bijgestaan door mr. L.M.A. Schrieder, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.J. Tunnissen, advocaat te Arnhem, en ir. H.H.J. Bos en mr. M. Wasser, ambtenaren in dienst van de gemeente, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. [verzoekers] betogen dat het plan ten onrechte voorziet in de bestemming "Wonen" ten behoeve van de gronden aan de Rijksweg Zuid 39 te Elst. Zij voeren aan dat het plan op dit punt een beperking in de bedrijfsvoering van hun veehouderij aan de [locatie] met zich brengt en dat ter plaatse van de woning geen goed woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd. 2.3. In het plan is aan de gronden aan de Rijksweg Zuid 39 te Elst de bestemming "Wonen" toegekend. In het huidige plan "De Pas" zijn deze gronden aangewezen voor "Recreatieve doeleinden". Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de voorschriften van dat plan zijn de gronden daarmee uitsluitend bestemd voor het gebruik als zodanig. In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat uitsluitend bij de in het vorige lid bedoelde bestemming passende bouwwerken, zoals tribunes, kleed- en clubgebouwen, mogen worden gebouwd. 2.3.1. Op de gronden aan de Rijksweg Zuid 39 te Elst was voorheen het fruitteeltbedrijf van [persoon] met de daarbij behorende bedrijfswoning gevestigd. De bedrijfactiviteiten zijn ter plaatse gestaakt. [bewoners] hebben de voormalige bedrijfswoning in gebruik genomen voor burgerbewoning en hebben het pand zonder de daarvoor benodigde bouwvergunning verbouwd. Niet in geding is dat het gebruik als burgerwoning in het huidige plan "De Pas" niet als zodanig is bestemd en eveneens niet valt onder het overgangsrecht van dat plan. Het voorliggende plan voorziet in het als zodanig bestemmen van de verbouwing en het gebruik als burgerwoning van het pand aan de Rijksweg Zuid 39 door op de plankaart een bouwvlak met de bestemming "Wonen" strak om de huidige bebouwing in te tekenen. 2.3.2. [verzoekers] exploiteren een melkrundveehouderij aan de [locatie] te Elst. In het geldende plan "Buitengebied dorp Elst" is aan het bedrijf van [verzoekers] een agrarisch bouwperceel toegekend. De afstand van de dichtstbijzijnde veestal van [verzoekers] tot het voornoemde bouwvlak bedraagt volgens de plantoelichting 24,70 meter. Verder is daarin weergegeven dat de kortste afstand van de grens van het agrarische bouwperceel tot aan het bouwvlak voor de woning 21,85 meter bedraagt. 2.4. Niet in geschil is, dat, indien sprake zou zijn van een 'blanco' situatie, ter plekke geen burgerwoning zou zijn bestemd, aangezien geen goed woon- en leefklimaat ter plaatse van de woning zou kunnen worden gegarandeerd gelet op de in overweging 2.3.2. genoemde afstanden. In dat geval zou een afstand van 50 meter tot het bouwvlak van [verzoekers] zijn aangehouden. De voorzitter is van oordeel dat in het voorliggende geval niet anders dient te worden geoordeeld, aangezien het bestemmen als burgerwoning evenzo dient te worden aangemerkt als een planologisch nieuwe situatie, nu het gebruik als burgerwoning in het huidige plan "De Pas" niet als zodanig is bestemd en eveneens niet valt onder het overgangsrecht van dat plan. De voorzitter heeft mitsdien ernstige twijfel of het bestreden besluit in de bodemprocedure stand houdt. De voorzitter betrekt bij zijn oordeel of er sprake is van een spoedeisend geval dat bij de Afdeling een hoger beroepsprocedure aanhangig is met betrekking tot de weigering handhavend op te treden tegen de verbouwing van het pand aan de Rijksweg Zuid 39 en het gebruik van dit pand als burgerwoning. De voorzitter acht het niet wenselijk gelet op zijn voorlopig rechtmatigheidsoordeel dat met de inwerkingtreding van het plandeel met de bestemming "Wonen" vooruit zou worden gelopen op de uitkomst van deze handhavingsprocedure. Gelet op het voorgaande ziet de voorzitter aanleiding om het bestreden besluit, voor zover dat betrekking heeft op het plandeel met de bestemming "Wonen", te schorsen. 2.5. De raad dient op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Overbetuwe van 21 april 2009, kenmerk 08rb000494, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming "Wonen"; II. veroordeelt de raad van de gemeente Overbetuwe tot vergoeding van bij [verzoekers] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 359,29 (zegge: driehonderdnegenenvijftig euro en negenentwintig cent), waarvan een gedeelte groot € 322,- (zegge: driehonderdtweeëntwintig euro) is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; III. gelast dat de raad van de gemeente Overbetuwe aan [verzoekers] het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 150,00 (zegge: honderdvijftig euro) vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. J.C.K.W. Bartel, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. S.H. Nienhuis, ambtenaar van Staat. w.g. Bartel w.g. Nienhuis voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 18 augustus 2009 466.